Page 120 - flemenkce
P. 120

16.1. Stikstof


               Stikstof is van vitaal belang voor planten en is een essentiële voedingsstof. Planten hebben altijd

               stikstof nodig voor een gezonde voortplanting, groei en ontwikkeling [95].

               Productie van eiwitten en enzymen: Stikstof is een essentieel onderdeel voor de eiwitsynthese

               in planten. Planten hebben eiwitten nodig om te groeien en zich te ontwikkelen, en dit maakt
               de vorming van de celstructuren en organellen van de plant mogelijk. Het helpt ook bij het

               reguleren van metabolische reacties door deel te nemen aan de structuur van enzymen.

               Synthese van chlorofyl: Chlorofyl is het groene pigment dat voorkomt in chloroplasten, de

               celorganellen in planten waar fotosynthese plaatsvindt. Fotosynthese is een belangrijk proces

               waarbij planten zonne-energie gebruiken om kooldioxide en water om te zetten in glucose en
               zuurstof. Chlorofyl bevat stikstof in zijn structuur en daarom hebben planten stikstof nodig voor

               fotosynthese.

               Vorming van nucleïnezuren: Stikstof zit in de bouwstenen van nucleïnezuren (DNA en RNA)

               in planten. Nucleïnezuren slaan de erfelijke informatie van planten op en zijn van vitaal belang

               voor de synthese en overdracht van genetisch materiaal.

               Vorming van aminozuren: Stikstof is de bouwsteen van aminozuren in planten. Aminozuren

               zijn de basisbouwstenen voor eiwitsynthese en zijn cruciaal voor de groei en ontwikkeling van
               planten.


               Plantengroei en productiviteit: Stikstof ondersteunt de ontwikkeling en groei van wortel-, blad-
               en stengelweefsel van planten.


               16.1.1. Stikstoftekort en -overschot


               Stikstoftekort komt vooral voor in jonge bladeren. De bladeren ontwikkelen een lichtgroene
               kleur, bij verdere progressie worden de bladeren geel en wordt er een gebrek aan fotosynthese

               waargenomen.  Chlorose  (vergeling)  treedt  eerst  op  in  oude  bladeren  en  daarna  in  jonge

               bladeren. De celgrootte en celdeling nemen af en planten worden belemmerd. Bij een teveel
               aan stikstof wordt vroegtijdige veroudering van de bladeren waargenomen.


               16.2. Fosfor










                                                                                                       112
   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125