Page 24 - flemenkce
P. 24
2. SOORTEN EN METHODEN VOOR
VERMICOMPOSTERING
2.1. Soorten
Het type systeem dat wordt gebruikt voor vermicompostproductie wordt ingedeeld in twee
hoofdrubrieken, afhankelijk van groot- of kleinschaligheid, productie van wormen voor
vermicompostverkoop, mestoogsttijd, beschikbaarheid van materialen die als substraat worden
gebruikt, arbeidskrachten en behoeften en omgevingsomstandigheden. Dit zijn batch-statische
systemen en continue-stroomsystemen (Tabel 1).
2.1.1. Batch-Statische Systemen
Het batch systeem volgt een toedieningsprocedure waarbij alles (wormen, voedsel en meststof)
in één keer wordt toegevoegd aan de container/paal. Het systeem wordt afgedekt en 30 dagen
met rust gelaten. Aan het einde van deze dagen kun je de wormen, vloeibare meststof (indien
waterdicht) en vermicompost oogsten. Het systeem biedt lage materiaalkosten en
ruimtebesparing omdat de batches verticaal kunnen worden opgeslagen als ze in dozen worden
gemaakt. Het batchsysteem kan nadelig zijn omdat het arbeidsintensief is. Alle batches moeten
elke maand worden vervangen, inclusief het verzamelen van wormen uit het systeem in een
andere batch. Het systeem wordt meestal gebruikt om vloeibare meststof te verkrijgen in een
waterdichte doos (IBC container) en om de wormen te vermeerderen. Er kan echter ook
vermicompost geproduceerd worden [11].
2.1.2. Continu-stroomsysteem
De continustroomsystemen zijn een van de systemen die gebruikt worden bij de verwerking
van biomassa-afval tot vermicompost. De continustroomsystemen worden gekenmerkt door
dynamische bedrijfsomstandigheden. Het resulteert in een gelijktijdige instroom van vers afval
in de reactor en een uitstroom van verwerkt afval en vermicompost uit de reactor. De reactor
kan worden ontworpen met metalen of kunststof materialen. Er zijn twee hoofdtypen: reactoren
met continue substraattoevoer en reactoren met continue wormen- en substraattoevoer.
Bij het Continuous-Flow systeem wordt er constant voedsel aan de hoop toegevoegd en zijn de
wormen altijd actief en in beweging naar het nieuwe voedsel dat wordt toegevoegd. Dit kunnen
open luchthopen zijn of open verhoogde bedden gebouwd op palen, die beide lucht aanvoeren
vanaf de bovenkant en bodems worden genoemd omdat het oogsten vanaf de bodem
16