Page 19 - flemenkce
P. 19
Genus: Een classificatiecategorie die organismen met vergelijkbare kenmerken groepeert.
Deze zijn algemener dan soortkenmerken.
Hart: Spierverdikking in de bloedvaten waarvan de kleppen de richting van de bloedstroom
regelen. Regenwormen hebben meerdere (meestal 5 paar) van deze bloedvaten die de dorsale
met de ventrale bloedvaten verbinden.
Zware metalen: Dichte metalen zoals cadmium, lood, koper en zink die giftig kunnen zijn in
kleine concentraties. Ophoping van zware metalen in tuingrond moet worden vermeden.
Hemoglobine: ijzerhoudend bestanddeel in bloed dat verantwoordelijk is voor het vermogen
om zuurstof te vervoeren.
Humus: Complex, zeer stabiel materiaal dat gevormd wordt tijdens de afbraak van organisch
materiaal.
Immigreren: Zich in een gebied vestigen.
Inoculeren: Een eerste set organismen leveren voor een nieuwe cultuur.
Larve: Vroege vorm van een dier dat structureel verandert voordat het volwassen wordt. Een
rups is een insectenlarve die als volwassene een mot of vlinder wordt.
Loog: Water door een medium laten lopen, waardoor oplosbare materialen oplossen en
wegvloeien.
Bladschimmel: Bladeren in een vergevorderd stadium van ontbinding.
Kalk: Een calciumverbinding die de zuurgraad in wormenbakken helpt verlagen. Gebruik
calciumcarbonaat, gemalen kalksteen, eierschalen of oesterschelpen. Vermijd bijtende, gebluste
en gehydrateerde kalk.
Strooisel (blad): Organisch materiaal op de bosbodem dat bladeren, twijgen, rottende planten
en verwante organismen bevat.
Lumbricidae: Naam van de familiegroep waartoe verschillende soorten regenwormen
behoren.
Lumbricus rubellus: Wetenschappelijke naam voor een rodewormsoort. De kleur is roodbruin
of roodviolet, iriserend dorsaal en bleekgeel ventraal. Hij is gevonden in een grote
verscheidenheid aan habitats, waaronder onder puin, in beekoevers, onder boomstammen, in
11