Page 22 - flemenkce
P. 22
te tellen voor de positie van structuren zoals het clitellum, de eierstokken of de testikels.
Segmentering is een kenmerk van alle ringwormen.
Soorten: Basiscategorie van biologische classificatie, gekenmerkt door individuen die zich
samen kunnen voortplanten.
Springstaart: Een klein, primitief insect met een onderuitgezakt uitsteeksel op zijn achterlijf
waardoor het kan rondveren. Springstaarten worden vaak gevonden in wormenbakken.
Stress: Omstandigheden creëren waardoor een organisme ongemak ervaart.
Ondergrond: Mineraalhoudende grond die zich onder de humushoudende bovengrond
bevindt.
Ventraal: Term voor het onderoppervlak van een regenworm.
Vermicompost: Mengsel van gedeeltelijk verteerd organisch afval, strooisel, wormengieten,
cocons, wormen en verwante organismen. Werkwoord: composteren met wormen.
Vermicultuur: Het kweken van regenwormen onder gecontroleerde omstandigheden.
Trilling: Een snelle, ritmische beweging heen en weer. Regenwormen zijn gevoelig voor
trillingen.
Wormenbedding: Het medium, meestal op cellulosebasis, waarin wormen worden gekweekt,
zoals versnipperde golfkartons, krantenpapier of bladaarde.
Wormenbak: Container ontworpen voor een vermicomposteringssysteem.
Wormengieten: Onverteerd materiaal, aarde en bacteriën die via de anus worden afgezet.
Wormenmest.
14