Page 20 - flemenkce
P. 20
houtachtig veen, op humusrijke plaatsen en onder mest in weilanden. In cultuur gekweekt door
wormenkwekers.
Lumbricus terrestris: Wetenschappelijke naam voor de grote holbewonende nachtkruiper. Ook
bekend als nachtkruiper, Canadese nachtkruiper of dauwworm.
Macro-organisme: Organisme dat groot genoeg is om met het blote oog te zien.
Membraan: Een weefselbarrière die sommige stoffen buiten houdt en andere binnenlaat.
Micro-organisme: Organisme dat een vergroting nodig heeft om waargenomen te worden.
Microscoop, dissectiemicroscoop - Een instrument waarmee organismen vergroot kunnen
worden die te klein zijn om met het blote oog te zien, maar te groot voor een lichtmicroscoop.
Mineraal: een natuurlijk voorkomende stof die noch dierlijk noch plantaardig is. Mineralen
hebben duidelijke eigenschappen zoals kleur, hardheid of textuur.
Minerale grond: Grond die voornamelijk uit mineraal materiaal bestaat en weinig organisch
materiaal bevat. De bulkdichtheid is groter dan die van organische grond.
Schimmel: Een donzige of harige groei op het oppervlak van organisch materiaal, veroorzaakt
door schimmels, vooral in aanwezigheid van vocht of bederf.
Molecuul: Het kleinste deeltje van een element of verbinding dat op zichzelf kan bestaan. Twee
zuurstofatomen vormen een zuurstofmolecuul. Twee zuurstofatomen en één koolstofatoom
vormen samen een kooldioxidemolecuul.
Slijm: Een waterige afscheiding, vaak dik en glibberig, geproduceerd door kliercellen. Een
functie is om membranen vochtig te houden.
Nematoden: Kleine (meestal microscopische) rondwormen met zowel vrij levende als
parasitaire vormen. Niet alle nematoden zijn plagen.
Stikstof: Een geurloos, kleurloos, smaakloos gas dat bijna vier vijfde van de atmosfeer van de
aarde uitmaakt. Wanneer het zich verbindt met zuurstof door de werking van stikstofbindende
bacteriën, kan het worden opgenomen in levend weefsel als een belangrijk onderdeel van
eiwitten.
Nachtelijk: 's nachts naar buiten komen.
Voeden: De groei bevorderen of ondersteunen.
12