Page 32 - flemenkce
P. 32
LESSON 3
3. MATERIALEN VOOR VERMICOMPOST SUBSTRATEN,
BEDDEN EN REGENWORMEN
Leerresultaten
➢ De stagiair kent de substraten die vaak gebruikt worden bij de productie van
vermicompost.
➢ De stagiair legt uit welke substraten de efficiëntie bij de productie van wormencompost
verhogen of verlagen.
➢ De stagiair legt uit welke materialen gebruikt moeten worden om de pH van de
omgeving in evenwicht te brengen bij de productie van vermicompost.
➢ De stagiair kent de fysieke parameters (grootte, temperatuur, vochtigheid, enz.) die de
substraten moeten hebben om de regenwormen efficiënt te laten werken.
➢ De stagiair legt het begrip bed uit.
➢ De stagiair kent de substraten die niet aanwezig mogen zijn in de productieomgeving.
➢ De stagiair kent de gebruikelijke materialen die gebruikt worden voor bedding en hun
eigenschappen.
➢ De stagiair kent de regenwormsoorten die gebruikt worden bij de productie van
vermicompost.
➢ De stagiair vergelijkt de fysiologische eigenschappen van de regenwormsoorten die
gebruikt worden in de vermicompostproductie en de eigenschappen van hun
leefomgeving.
➢ De stagiair bepaalt de geschikte bodemmaterialen, regenwormen en substraten voor
vermicompostproductie, rekening houdend met de kenmerken van de omgeving.
Instructies voor de trainer
➢ De trainer deelt theoretische kennis door middel van een presentatie.
➢ De trainer laat de cursisten de meegebrachte materialen zien en vraagt of ze geschikt
zijn voor de productie van wormencompost.
➢ De trainer vraagt de cursisten om materialen die geschikt zijn voor vermicompostering
te markeren met behulp van de SM-2.
➢ De trainer vraagt de deelnemers om de benodigde onderdelen voor
vermicompostproductie in de juiste volgorde in de bak te doen.
24