Page 42 - flemenkce
P. 42
LESSON 4
4. BEHEER VAN VERMICOMPOSTERINGSPROCES
Leerresultaten
➢ De stagiair kent de vijf basisstappen van vermicompostproductie.
➢ De deelnemer legt stap voor stap de productie van vermicompost uit.
➢ De deelnemer kent de materialen die niet aanwezig mogen zijn in de
productieomgeving.
➢ De deelnemer kent de voorwaarden voor het toevoegen van dierlijke mest aan de
productieomgeving.
➢ De cursist kent de abiotische factoren die bij de productie van vermicompost in de gaten
gehouden moeten worden.
➢ De cursist kent het optimale vochtigheidsbereik voor de productieomgeving.
➢ De stagiair legt uit welke processen nodig zijn om de productieomgeving tussen de
optimale vochtwaarden te houden.
➢ De stagiair kent het temperatuurbereik dat de productieomgeving moet hebben.
➢ De stagiair legt de relatie uit tussen temperatuur en vocht in het productieproces.
➢ De stagiair verklaart de functionele noodzaak van het beluchten van de pool tijdens het
productieproces.
➢ De stagiair kent het optimale pH-bereik voor de productieomgeving.
➢ De stagiair legt de relatie uit tussen de pH-waarde van vermicompost en de
fysiologische processen van de plant.
➢ De stagiair kent pH-regelmaterialen.
➢ De stagiair evalueert de effecten van de C:N verhouding op het
vermicomposteringsproces.
➢ De stagiair legt het fysiologische belang uit van fosfor, zout en ammonium voor
regenwormen en planten.
Instructies voor de trainer
➢ De instructeur deelt theoretische kennis door middel van een presentatie.
➢ De trainer introduceert de apparatuur die gebruikt moet worden om de abiotische
parameters te meten die gecontroleerd moeten worden tijdens het
vermicompostproductieproces.
34